Lacrosse is een fysieke, tactische, maar vooral snelle teamsport. De sport is een soort combinatie van de beste delen van basketbal, ijshockey en voetbal.

Er zijn er veel verschillen tussen mannen- en vrouwenlacrosse, maar langzaamaan wordt het allemaal strakgetrokken.  Zowel mannen als vrouwen spelen tegenwoordig 10v10 wedstrijden van 4 periodes van een kwartier. Alle spelers hebben een stick, de “crosse”, met daarop een net waarmee zij een kleine, rubberen bal gooien en vangen. Om te winnen bij lacrosse moet je proberen te scoren bij de tegenstander, wat één punt waard is. Wedstrijden eindigen vaak met scores van boven de 10 voor beide teams.

Mannen: Bij mannen is lacrosse een full-contact sport, waarbij onder andere bodychecks zijn toegestaan, en wordt om die reden met veel bescherming gespeeld. De uitrusting van mannen bestaat uit zijn stick, helm, borstbescherming, armguards, bitje en toque. De goalie heeft ook nog een keelbescherming onder zijn helm hangen en draagt vaak scheenbeschermers. Bij boxlacrosse is er nog meer toegestaan, dus draagt men vaak ook ribbescherming.

Vrouwen: Bij vrouwen is lacrosse geen full-contact sport. Vrouwen hoeven alleen een bitje in en een goggle op om hun gezicht te beschermen tegen laagvliegende ballen. Doordat er minimaal contact is toegestaan tussen spelers bij de vrouwen wordt verdedigen een stuk moeilijker. Om dit tegen te gaan hebben vrouwen een net iets andere stick dan mannen, die het moeilijker maakt om balbezit te houden. Als resultaat is vrouwenlacrosse aanzienlijk minder fysiek, maar vergt het wel betere techniek dan mannenlacrosse.